Wat is een goede warming up voor een zangles met een groep kinderen?
© Renée Harp 2013 conservatorium van amsterdam, Instrumentalist
Als je met een groep zingt, heb je te maken met verschillende niveaus, belangstellingen, concentratievermogens, leeftijden, karakters etc etc. In de warming up probeer je een sfeer te scheppen, waarin je in de les die op de warming up volgt, zoveel mogelijk kunt bereiken. Allereerst moet je goed formuleren wat je wilt bereiken met de les: een technische vaardigheid eigen maken? Plezier? Verbinding in de groep? Muzikale vaardigheden ontwikkelen? Een combinatie van dit alles? Daarop kun je je warming up afstellen. Omdat je als je zingt, ook allerlei fijne spieren gebruikt, is het raadzaam die spieren op te warmen. Een goede warming up maakt hoofd en lijf klaar voor het werk dat volgt. Dus zowel fysieke oefeningen als mentale oefeningen maken deel uit van een goede warming up.
Als we voor het overzicht de warming up eens opdelen in verschillende segmenten:
1. het kwijtraken van een overmaat aan energie of energie opwekken,
2. concentratie en samenwerking,
3. een fysiek deel voor het losmaken van het lichaam en het kwijtraken van (verkeerde) spierspanning,
4. adem oefeningen,
5. het losmaken en trainen van de stem,
6. het voorbereiden van de les: oefeningen die vooruitlopen op de les die volgt met bijvoorbeeld ritmische, melodische of harmonische oefeningen.
Voor elk van deze segmenten zijn verschillende oefeningen te verzinnen.
Voor segment 1 zijn er allerlei energizers te vinden op internet of in boeken, waarin de kinderen mogen rondrennen in korte spelen, waarbij je hun samenwerking of verantwoording nemen ook nog meeneemt. Gewoonweg rondjes hollen doen ze ook graag, of tikkertje en kat-en-muis etc. Of gewoon lekker springen en dansen.
Voor 2 kun je denken aan staan op je voeten, ogen dicht, de ruimte visualiseren. Weet je wie er naast je staat, hoe het plafond eruitziet, welke schoenen de juf/meester aan heeft? Hoe groot zijn de ramen? Voel je de zon op je schouders? Een andere leuke oefening is om zo onzichtbaar mogelijk het gewicht te verplaatsen van je ene voet op je andere voet, en rondjes te draaien. Maak ze groter, groter en maximaal groot zonder om te vallen, en weer kleiner en kleiner tot je precies in het midden stilstaat.
Ook fijn is het om met je vlakke handen je armen te bekloppen, je benen, buik, billen. Maak tot slot met je vingertoppen een regenbuitje op je schedel. Luister of je de regen op je hoofd hoort ruisen.
Een grappige oefening is een stel kinderen op de grond naast elkaar te laten liggen, en op een kreet van een van hen allemaal tegelijk te laten omrollen. Bijvoorbeeld: “Linksom” en allemaal tegelijk rollen ze linksom. Samenwerken en dan ook nog lekker lachen is een heerlijk begin van een les (zie de foto).
Segment 3 kan allerlei oefeningen bevatten om het lichaam soepel en los te maken. Veel yoga oefeningen zijn bruikbaar: rekken, strekken (lampje aan het plafond uitdraaien, schilderen etc), schudden, dieren nadoen.
Segment 4: eenvoudige oefeningen die de adem losmaken, het uithoudingsvermogen vergroten en het middenrif soepel maken, zoals: hijgen als een hondje, lang uitblazen op een f of s met aandacht voor een stevige en toch gemakkelijke uitademing, het nadoen van een trein (tsj tsj tsj met versnellingen of vertragingen), pssst, ksssst.
Segment 5 moet oefeningen bevatten die de stem losmaken, het kind er aan laat wennen de stem te gebruiken en de grenzen ervan te verkennen (hoog, laag, luid, zacht, snel, langzaam), de stem traint en sterker, soepeler en trefzekerder maakt.Te denken valt dan aan: briezen als een paard, sirene nadoen (glijtonen eerst in vertrouwd bereik en dat uitbreiden omhoog en omlaag), gilletjes en uitroepen gebruiken om de stem te verkennen, grappige teksten of woordspelletjes op diverse toonhoogten en snelheden, gewone stem-oefeningen: lange tonen, loopjes over een terts en kwint, sprongen in drieklanken, zowel legato als staccato uitgevoerd.
Segment 6: In bovenstaande oefeningen kunnen ook melodische, ritmische of tekstuele fragmenten uit de te volgen liedjes worden opgenomen.
In de warming up is tijd en ruimte voor de docent om aanwijzingen te geven over:
de lichaamshouding,
de spanning in het lichaam,
de ontspanning van de buik,
de kaak en het gezicht,
de intonatie,
de precisie van de oefening,
en vooral: de kinderen veel aan te moedigen.
Misschien is er ruimte om de kinderen om beurten iets alleen te laten doen.
Over het algemeen vinden kinderen deze oefeningen in het begin vreemd, maar als ze eraan wennen, vinden ze het prettig dat de warming up vertrouwde elementen bevat. Juist het feit dat er ‘echte’ oefeningen in zitten, maakt dat ze zich serieus genomen voelen!