Hoe krijg ik meer controle?

Hoe krijg ik meer controle?

© Renée Harp tbv conservatorium van amsterdam 2012

Controle krijgen over je instrument is een paradoxaal gegeven. We streven ernaar om de stem ‘vrij’ te maken. Dat wil zeggen vrij van (verkeerde of hyper-)spierspanning. Het doel is dat de stemplooien optimaal kunnen vibreren, zodat er een boventoonrijke stembron ontstaat. Een toon met veel energie, die de weg naar de mondopening gaat vinden via de zgn ‘stemweg’ (vocal tract): onze klankkast met resonantieruimtes.

Vrij maken kan pas als we weten wat we wel en niet moeten doen om die stemplooien optimaal te laten vibreren.

Veel mensen (in de westerse actieve wereld) zoeken het krijgen van beheersing over de stem in het controleren. Controleren wordt veelal vertaald in ‘handelen’, doen, ingrijpen. In de hersenen vindt een razendsnelle check plaats, met een direct oordeel: dit is geen goede klank. De intonatie klopt niet, de trilling klopt niet. De toon is niet helder maar er ruist adem mee. En ga zo maar door. De check vindt plaats op meerdere onderdelen tegelijk: de kwaliteit van de toon, de toonhoogte, de timing, het kinesthetische gevoel en zo voort. Het oordeel wordt meegesleurd in dat tempo. En gekoppeld aan dat oordeel vuren we meteen nieuwe instructies op onszelf af: hoger! Luider! Helderder! Meer kracht!

Een beetje tijd nemen in onze hersens kan ruimte geven om eerst te beschouwen wat er gebeurt, hoe het voelt, hoe het klinkt, en dat zo even te laten voortbestaan om het goed te leren herkennen. Dus in plaats van meteen te oordelen en in te grijpen, eerst gewaar te worden wat er nu is. Het bewustzijn tussen het doen en het opnieuw doen te plaatsen. Wat doe ik eigenlijk?

Dit geldt ook voor de tonen waarvan we zeggen: ‘wow, dat is een prachttoon! Zo zouden we wel willen dat de hele stem klinkt!’ Veel zangers gaan onmiddellijk ‘duwen en trekken’ om de rest van de zin ook zo te laten klinken als die ene prachtige toon. Terwijl het nuttiger is om even te stoppen, en met terugwerkende kracht te hervoelen en herhoren hoe die toon was. Het gekke met ons brein is dat we ons kinesthetisch en auditief kunnen herinneren hoe iets was! Als we dat echt gewaarworden, ervaren, dan kunnen we dat opnieuw oproepen bij een volgende noot. Dus in plaats van nog harder te gaan werken, nog naarstiger te gaan zoeken, laten we het werken even los en ervaren in plaats daarvan.

Misschien is controleren niet zo’n gelukkige term. Het suggereert ingrijpen, bijsturen, actief werken. We willen de stem nu juist niet meer hoeven te controleren omdat we de neurologische verbinding tussen de hersenen en de spieren vertrouwen. We weten door ervaring, bewustwording en beschouwing hoe dit snelweggetje werkt. We kunnen de stem laten gaan. De stem is vrij.