oe moet ik oefenen?
Renée Harp © tbv conservatorium van amsterdam 2012
Inleiding:
Een brandende vraag: als ik wil oefenen, hoe kan ik dat dan het beste doen? Er valt over de juiste wijze van studeren zo veel te zeggen, dat er niet een kort antwoord op te geven valt. Allereerst denkt elke docent daar weer een beetje anders over. In verschillende methodes tref je allerlei visies over het goede studeren. Mathilde Marchesi (1821-1913) is heel duidelijk: een half uur per dag maximaal. Eén moeilijkheid per keer. Een goede uitleg van de uit te voeren oefening is essentieel. Een oefening moet je in je hoofd heel goed voorbereiden voor je hem uitvoert.
Anderen vinden een sessie van driekwartier met een pauze en dan weer driekwartier een goede tijdsspanne. En nog weer anderen doen helemaal geen oefeningen: “Als je spreekt, warm je al genoeg op”. Ikzelf ben geen voorstander van niet inzingen. We hebben te maken met een complex geheel van spieren en spiertjes, en die moeten nauw samenwerken, heel precies worden aangestuurd, aanspannen, rekken, strekken en weer ontspannen. Net zoals bij elke fysieke vaardigheid, helpt een goede opwarming. Ook voor de hersens trouwens, die door oefenen worden gefocused op het werk dat te doen is. En een warming up geeft ons de gelegenheid voeling te krijgen met het lichaam.
Ten tweede is niet elke student hetzelfde. Wat voor de één natuurlijk is, blijkt heel lastig voor een ander. Wat je trainen moet (of kan), is dus anders voor elke zanger.
Ten derde spelen de moeilijkheidsgraad van wat je onder de knie wilt krijgen en hoe je die dag in je vel steekt ook nog een rol.
Ingrediënten voor een goede oefensessie:
Naar mijn mening dient een goede oefensessie gevarieerd te zijn, op jouw mogelijkheden en niveau aan te sluiten, je verder te helpen en je te inspireren.
Blokjes zouden moeten bestaan uit techniek, muzikale vaardigheden, tekst, experimenteren, kennis opdoen, zelfvertrouwen vergroten en meer controle krijgen. Een paar beperkingen misschien:Het moet ‘leuk’ blijven, interessant, spannend, ontspannend.
Leg de lat niet te hoog, maar houd je zelf wel bezig.
Ken je grenzen.
Voorbereiding van een goede oefensessie:
Een aantal dingen kunnen je helpen om voor die dag een goede sessie te scheppen. Je kunt jezelf een aantal vragen stellen:Waarom studeer ik: wat wil ik in deze sessie bereiken?
Hoeveel tijd heb ik vandaag?
Hoe voel ik me vandaag: moe, geconcentreerd of juist niet, energiek, enthousiast, gespannen, bezorgd, open etc)
Wat zijn de omstandigheden (ben ik thuis, op school, alleen, buren, heb ik een instrument, computer, wat is de akoestiek)?
Een aantal tips:
– Wees niet strenger dan wijs is vandaag.
– Houd je grenzen in de gaten, en overvraag je niet.
– Concentreer je op één hindernis per keer
– Geef je zelf niet meer dan één instructie per keer
– Beoordeel jezelf alleen naar wat je je zelf hebt gevraagd of opgelegd
– Geef je zelf af en toe een moment om alleen maar te beschouwen in plaats van te oordelen of te bekritiseren
– Bereid je eerst in gedachten voor
– Bouw je lessen zorgvuldig op (zie hieronder voor een voorbeeld)
– Neem kleine stappen, als je wat je bereiken wilt stap-voor-stap benadert heb je een grotere slagingskans
– Heb geen haast: je kunt beter een kwartier zonder zorgen lekker zingen, dan in 10 minuten alle techniek proppen die je maar bedenken kunt…
– Oefen heel bewust; zomaar wat aanrommelen levert vaak meer achterstand dan vooruitgang op.
Houd een notitieboekje bij:
– Wat stel ik me vandaag ten doel?
– Wat voor stappen neem ik om dat doel te bereiken (welke oefeningen bijv)?
– Hoe lang oefen ik vandaag?
– Hoe voelde het? Hoe klonk het? Wat is de winst?
– Kwam ik moeilijkheden tegen? Wat werkte er niet? Schrijf dat op voor je zangles!
– Wat ging er goed? Wat gaf me een goed gevoel (over mezelf)?
De oefensessie, een voorbeeld
Als je wilt zingen om gewoon een lekker gevoel te hebben, zing dan gewoon een lied waar je blij van wordt. Leg de technische problemen even terzijde. In dit geval is je instructie: ‘Zing gewoon wat je leuk vindt’, en speel met je mogelijkheden. Dit versterkt je sterke punten.
Als je je techniek wilt oefenen, of je performance skills, of je tekst, kies dan een sessie die past bij die dag en bij dat doel. Zorg dat je het volhoudt en dat je je doel bereikt (haalbare doelen stellen dus).
Een half uur oefenen zou als volgt kunnen zijn opgebouwd:
5 min warming up van spieren en hersens. Elke combinatie van noten is bruikbaar. Kies verschillende klinkers en lettergrepen. Overleg met je docent welke klank welk effect heeft.
10 min techniek: een rondje techniek kan uit oefeningen bestaan die moeilijkheden in het repertoire aanstippen, maar het is ook goed om een lied te nemen, en daarmee één technisch aspect te trainen. Bijvoorbeeld: sprongen, legato, brilliancy in de klank, klinkers, intonatie, geen lucht, goede frasering, tong, losse kaak, medeklinkers, ademdruk en ademstroom (airpressure, airflow, support), dynamiek, etc. Doe niet het hele rijtje, maar kies er eerst één, en als je er genoeg van hebt ga je over op iets anders. Als je vastloopt, maak je een notitie voor je zangles, en verander je van onderwerp.
10 min interpretatie: vertel het achterliggende verhaal, kies verschillende standpunten, verander van emotie, tempo, karakter, dynamiek en verhaal. Speel!
5 min performance: visualiseer een optreden, met zaal en publiek, podium en belichting, kostuum en orkest. Het traint je voor het moment suprême… Of zing voor iemand in je omgeving. Vergeet alle training en geniet van de muziek!
PS Als je technisch niet vordert, alleen maar in de war raakt of gefrustreerd, spring dan naar een volgend blokje, en pas de sessie aan naar je behoefte. Dit is een voorbeeld, geen regel…