Mijn instrument: de stem

Mijn instrument: de stem

Renée Harp © tbv conservatorium van amsterdam 2012
Het is gebruikelijk in vele methodes en literatuur over zang om het instrument ‘stem’ onder te verdelen in drie onderdelen:

1. Motorische
2. Vibratorische
3. Resonatorische

Hoewel iedereen het er over eens is dat goed zingen niet alleen afhankelijk is van goed stemmateriaal maar ook van hoe je dat stemmateriaal ontwikkelt en inzet, wordt dat laatste over het algemeen niet gezien als een apart te noemen onderdeel. Ik doe dat wel, omdat het zonder het vermogen het instrument te besturen erg twijfelachtig is of je ooit een echt goed (professioneel) zanger zult worden. Er valt over dat besturen net zo veel te schrijven als over de anatomie.

4. Besturing: talent

In vocaal onderwijs komen deze vier onderdelen aan bod. De volgorde waarin ze zijn gerangschikt, is ook de volgorde waarin het instrument wordt opgebouwd. De adem is essentieel voor het trillen van de stemplooien, en pas als de stemplooien goed sluiten, heeft het zin om aan resonantie te werken. Als de stem goed ‘zit’, kan er gewerkt worden aan een performance of een carrière.
In de meeste lessituaties wordt niet meer alleen aan het opbouwen van de stem gewerkt: de ‘bel canto methode’. In de periode van het Bel Canto werd eerst door middel van oefeningen in een progressie van stappen gewerkt aan de stem. Als de zanger de perfecte beheersing had over de techniek, werd hem toegestaan met een aria in het openbaar op te treden. Daar ging jaren (7, 8 jaar) overheen. Tegenwoordig kiest men veelal voor de ‘Song Approach’, waarin al dan niet met een warming up vooraf gewerkt wordt aan repertoire.Aan de hand van de moeilijkheden in dat repertoire worden oefeningen ingepast. Tijdens het onder de knie krijgen van dit repertoire komt een zanger zichzelf tegen, zijn kwaliteiten en twijfels, zijn plezier en zijn tekortkomingen. Zo zijn we dan al beland bij de besturing: hoe ga je om met je instrument? Hoe krijg je voeling met je spieren? Wat werkt voor jou wel en wat niet? Hoe houd je het vol? Hoe kun je de muziek laten klinken door middel van jouw stem? Hoe vertolk je voor publiek? Wat wil je bereiken?

Er zijn vele cursussen en lessen podiumpresentatie, faalangst, omgaan met stress etc etc waarin aan het 4e punt extra aandacht wordt besteed. Niet alleen voor zangers, maar voor musici in het algemeen. Wat zangers onderscheidt van andere musici is dat hun instrument IN hun lichaam zit, en gedeeltelijk ook van binnen klinkt. Je bent je instrument. Bovendien uit psychologische druk zich rechtstreeks in spierspanning rondom het strottenhoofd en in het zachte weefsel in de stemweg. Daarmee spreken de stemplooien anders aan en zijn de resonantieruimtes anders gewelfd: het voelt anders, het klinkt ook anders.

Ten behoeve van het inzicht en overzicht staat hieronder schematisch gerangschikt wat per onderdeel kan worden getraind.

HET INSTRUMENT: de stem

Motorisch = adem
a. Inademing: ‘schöpferische Pause’/ ontspanning
b. Uitademing: airflow (luchtstroom) /airpressure (luchtdruk) / docering uitstroom/snelheid luchtstroom (velocitiy)

Vibratorisch = het trillen van de stemplooien
a. Het sluiten (en trillen) van de stemplooien: stembron
b. Registers: 1. benaming: mode 1/borststem/dik/modaal en
mode 2/kopstem/dun/falset
2. mechaniek: Tilt: 1. ringkraakbeen (cricoid)
2. schildkraakbeen (thyroid)

Resonatorisch = stemweg/klankkast ; zangersformant
Lippen, tong, velum, kaak, larynx, neusholte, pharynx

Besturing = het vermogen ; talent
a. muzikaal inzicht
b. ‘zangersinstinct’: vocaal inzicht
c. psychologisch inzicht: incassering, zelfkennis, zelfvertrouwen
d. vertolking: dramatisch op podium of in pedagogische vorm
e. focus
f. attitude: discipline, concentratie, leerhouding, toewijding
g. carrièredrang: inzicht in sociaal en cultureel werkveld